Integron Kennisbank / Knowledge base

Meer leren over veerkracht? Lees dan hier verder!

Medewerkerbeleving

Zit minder, beweeg meer

We weten het allemaal: bewegen is gezond. Toch wordt er nog onvoldoende bewogen. Het WHO heeft zelfs in 2012 al officieel het physical inactiveness pandemie uitgeroepen. We zitten veel te veel en dit brengt allerlei gezondheidsrisico’s met zich mee, denk hierbij aan Diabetes type 2 of Obesitas.

Het advies is om het zitten ieder half uur te onderbreken. Probeer dus wanneer je aan het werk bent ieder halfuur eventjes kort te bewegen. 5 minuten kan hierbij al het verschil maken.

Hierbij 3 tips om met je collega’s meer te bewegen in je werk:

  1. Heb je een meeting met je collega’s van langer dan een half uur? Ga tijdens de meeting af en toe staan. Dit kan misschien wat ongemakkelijk zijn in het begin, bespreek dit onderwerp daarom eerst met collega’s en spreek af dat dit oké is. Bijkomend voordeel: door te gaan staan en wat stappen te zetten bevorder je tevens je creativiteit!
  2. Hebben jullie de gewoonte om voor elkaar koffie/drinken te halen? Stop hiermee! Loop zelf of loop samen. Het kan hierbij helpen om ook dit onderwerp bespreekbaar te maken en samen af te spreken dat dit niet egoïstisch is bedoeld, maar je elkaar op deze manier wilt helpen om het zitten te onderbreken.
  3. Hebben jullie de gewoonte om vaak te videobellen? Bedenk vooraf eens of video echt nodig is, en of je ook niet even telefonisch kunt bellen terwijl je loopt. Voor veel korte belletjes is video niet nodig en kun je prima even de telefoon pakken terwijl je een paar minuten loopt.

Verdere tips:

  • Neem de trap
  • Ga met de fiets of lopend naar je werk
  • Ga een rondje wandelen tijdens je pauze
  • Parkeer je auto wat verder weg
  • Werk vaker staand aan een sta-bureau

Deze kleine zaken kunnen een groot verschil maken. Tot slot kan het aan te raden zijn om gebruik te maken van een stappenteller om je op deze manier bewust te worden van je bewegingspatroon.

Welterusten!

Slaap is de magische periode waarin ons lichaam en brein herstellen van de drukke dag. Het is een tijd waarin we cellen vernieuwen, spieren herstellen en herinneringen consolideren. Als we onvoldoende slapen, kunnen we ons prikkelbaar, gestrest en uitgeput voelen. Ons vermogen om problemen op te lossen, te leren en te concentreren neemt af, en laten we eerlijk zijn, niemand houdt van een chagrijnige collega!

Hierbij tips voor een goede nachtrust:

  • Creëer een slaaproutine: Train je lichaam om te ontspannen door elke dag op hetzelfde tijdstip naar bed te gaan en op te staan. Zo geef je je interne klok een boost en zul je merken dat je gemakkelijker in slaap valt.
  • Vermijd schermtijd voor het slapengaan: De blauwe lichtstralen van telefoons en laptops kunnen je melatonine (het slaaphormoon) verstoren. Dus leg die apparaten neer en geef je brein de kans om te ontspannen voordat je onder de lakens kruipt.
  • Matig je cafeïne- en alcoholinname: Overmatige koffie en alcohol kunnen je slaap verstoren. Probeer ’s avonds je inname te beperken, zodat je nachtrust niet in de war wordt geschopt.
  • Beweeg regelmatig: Ja, beweging kan je helpen om beter te slapen! Maar sport niet te laat op de avond, want dat kan je juist weer opwinden.
  • Schrijf je zorgen weg: Als je je hoofd vol hebt met gedachten, schrijf ze dan op voordat je gaat slapen. Zo kun je ze loslaten en een meer ontspannen geest krijgen.

Geen zin? Dan maak je maar zin!

We kennen het allemaal: Je hebt besloten om iets aan je levensstijl te veranderen, bijvoorbeeld gezonder gaan eten of vaker sporten. Je bent een tijdje lekker bezig en het gaat de goede kant op. Echter, na een tijdje kom je toch op een punt dat je goede voornemen strand en je weer in je oude gewoonte valt. Je hebt er geen motivatie meer voor en je stopt. Hoe ga je daar mee om?

Aller eerst door te beseffen dat motivatie best een beetje overrated is. Het is fijn als je het hebt, maar je kunt ook prima door als je het niet hebt. Hoe? Door het bouwen van een gewoonte!

Je hersenen houden van gewoontes. Ze zijn liever lui dan moe en willen het liefst niet te veel mentale inspanning leveren. Ze doen daarom het liefst hetgeen wat je altijd al deed. Maak je dus ergens een gewoonte van, dan heb je helemaal geen motivatie meer nodig, je doet het gewoon!

Denk maar aan het poetsen van je tanden. Dit doe je waarschijnlijk iedere ochtend en avond, maar denk je er dan ook over na of je motivatie hebt? Waarschijnlijk niet, je doet het gewoon. Het is een gewoonte.

Hier zijn 10 tips om een gewoonte succesvol op te bouwen:

  1. Kies een haalbare gewoonte: Begin met een kleine, realistische gewoonte die je gemakkelijk in je dagelijkse routine kunt integreren. Het succesvol volhouden van een kleine gewoonte motiveert je om meer te bereiken.
  2. Stel een duidelijk doel: Formuleer een specifiek en meetbaar doel voor je gewoonte. Duidelijkheid helpt je gefocust te blijven en je voortgang te volgen.
  3. Maak een plan: Bedenk hoe je de gewoonte kunt implementeren in je dagelijkse leven. Plan wanneer, waar en hoe je het gaat doen.
  4. Verbind het aan een bestaande gewoonte: Koppel je nieuwe gewoonte aan een bestaande gewoonte. Zo wordt het gemakkelijker om het in je dagelijkse routine op te nemen.
  5. Gebruik herinneringen: Zet herinneringen in je telefoon of schrijf notities op strategische plekken om jezelf eraan te herinneren je gewoonte uit te voeren.
  6. Start klein: Begin met een kleine tijdsduur of inspanning en bouw geleidelijk op. Dit helpt overweldiging te voorkomen en vergroot je kans op succes.
  7. Houd je voortgang bij: Houd een dagboek, app of een eenvoudige checklist bij om je voortgang te volgen. Het visueel zien van je vooruitgang motiveert je om door te gaan.
  8. Beloon jezelf: Stel kleine beloningen in het vooruitzicht bij het succesvol uitvoeren van je gewoonte. Beloningen versterken positief gedrag.
  9. Betrek anderen: Vertel anderen over je gewoonte en vraag om steun en aanmoediging. Een support systeem kan je helpen om gemotiveerd te blijven.
  10. Wees geduldig en mild voor jezelf: Het opbouwen van een gewoonte kost tijd en inspanning. Verwacht geen perfectie en wees vriendelijk voor jezelf als je een keer een misstap maakt. Herpak jezelf en ga verder.

Onthoud dat het opbouwen van een gewoonte tijd en consistentie vereist. Blijf gefocust, wees vastberaden en geef niet op. Uiteindelijk zal je inspanning vruchten afwerpen en zal de gewoonte een natuurlijk onderdeel worden van je dagelijks leven. Veel succes!

Maak fouten

In het leven worden we vaak aangemoedigd om succes na te streven en fouten te vermijden. Dit is eigenlijk ontzettend zonde. Fouten maken is juist een essentieel ingrediënt voor persoonlijke groei en succes!

Fouten maken is ten eerste geheel menselijk; we zijn allemaal vatbaar voor het maken van fouten. Maar hier is het geheim: fouten zijn niet het einde van de wereld, ze zijn eerder een begin. Elke fout die we maken, biedt ons een waardevolle kans om te leren, te groeien en sterker terug te komen.

Wanneer we onszelf toestaan om fouten te maken, ontdekken we onze grenzen en leren we waar we kunnen verbeteren. We leren onze zwakke punten kennen, maar belangrijker nog, we vinden onze kracht. Het maakt ons moedig en veerkrachtig in het gezicht van uitdagingen.

Fouten maken opent ook de deur naar creativiteit en innovatie. Sommige van de grootste uitvindingen en doorbraken zijn voortgekomen uit ‘fouten’. Thomas Edison zei ooit: “Ik heb geen mislukkingen gehad. Ik heb gewoon 10.000 manieren gevonden die niet werken.” Elke ‘fout’ was een stap dichter bij zijn uiteindelijke succes.

Het omarmen van fouten moedigt ons aan om uit onze comfortzone te stappen en risico’s te nemen. Als we bang zijn om fouten te maken, blijven we vaak vastzitten in een veilige maar beperkte zone. Maar als we de sprong wagen, kunnen we onverwachte kansen en groei ervaren die we anders niet zouden hebben ontdekt.

Daarom is het tijd om het stigma rond fouten maken te doorbreken en het te zien als een waardevol instrument voor vooruitgang. Wees niet bang om fouten te maken; wees bang om stil te staan. Leer, groei en ontdek je potentieel. Je zult versteld staan van wat je kunt bereiken als je de kracht van fouten maken omarmt.

Fouten maken is niet het einde, het is het begin van iets prachtigs.

Betekenis in het leven

Een leven zonder zingeving kan leiden tot gevoelens van leegte en doelloosheid. Dit kan op zijn beurt leiden tot stress, depressie en een gebrek aan veerkracht. Zingeving geeft ons een kompas om te navigeren door het leven, een innerlijk vuur dat ons voortstuwt en ons voldoening schenkt.

Hoe ervaar je meer betekenis in je leven?

  1. Ontdek je passies en waarden: Reflecteer op wat echt belangrijk voor je is. Wat maakt je gepassioneerd en waar geloof je in?
  2. Vind betekenis in je werk: Verbind je werk met een hoger doel, kijk hoe jouw bijdrage anderen positief beïnvloedt.
  3. Geef terug aan anderen: Het helpen van anderen kan een diep gevoel van zingeving geven. Het maakt ons bewust van de impact die we hebben op de wereld om ons heen.
  4. Zoek naar leermomenten: Bekijk uitdagingen als kansen om te groeien. Zelfs in moeilijke situaties kunnen we lessen ontdekken die ons verrijken en ons sterker maken.
  5. Creëer betekenisvolle relaties: Verbind je met anderen op een dieper niveau. Ondersteun en inspireer elkaar om betekenisvolle relaties te ontwikkelen.
  6. Leef in het moment: Wees aanwezig en bewust van wat er om je heen gebeurt. Geniet van de kleine dingen en waardeer de schoonheid van het leven.
  7. Streef naar een gezonde balans: Zorg voor evenwicht tussen werk, rust en ontspanning. Tijd nemen voor jezelf is essentieel om betekenis te ervaren.

Stel jezelf de goede vragen

Het ontdekken van je passie kan soms nogal wat zweverig klinken. Toch is het belangrijk om te weten waar jouw hart sneller van gaat knoppen om zo meer betekenis in het leven te ervaren en daarmee veerkrachtiger te worden. Het begint allemaal bij jezelf wat goede vragen te stellen:

  • Wat raakt mijn hart? Denk na over de activiteiten, onderwerpen of kwesties die een emotionele reactie bij je oproepen. Wat maakt je blij, boos, verdrietig of enthousiast?
  • Waar verlies ik de tijd bij? Merk op welke bezigheden je volledig absorberen, zodat je de tijd uit het oog verliest wanneer je ermee bezig bent. Deze activiteiten kunnen een aanwijzing zijn voor je passie.
  • Wat inspireert me? Overweeg de mensen, boeken, films, kunstwerken of prestaties die je inspireren. Kijk naar wat je bewondert en waarom.
  • Wat zijn mijn natuurlijke talenten? Identificeer de vaardigheden en talenten waarvan je merkt dat je ze van nature bezit. Vaak voelen we ons aangetrokken tot dingen waar we goed in zijn.
  • Wat zijn mijn waarden? Denk na over de principes en waarden die belangrijk voor je zijn. Jouw passie kan nauw verbonden zijn met datgene wat je als fundamenteel beschouwt.
  • Waar droom ik van? Overweeg wat je zou doen als je alle beperkingen zou wegnemen. Wat zijn de dromen die je koestert?
  • Waar voel ik me energiek van? Let op de activiteiten die je energie geven in plaats van je uit te putten. Je passie kan iets zijn wat je enthousiast maakt en motiveert.
  • Wat zou ik doen als geld geen rol zou spelen? Denk na over hoe je je tijd zou besteden als je je geen zorgen hoefde te maken over geld. Wat zou je dan kiezen om te doen?
  • Wat zijn mijn favoriete kinderherinneringen? Kijk terug op je jeugd en herinner je de activiteiten waar je als kind van genoot. Deze herinneringen kunnen inzicht geven in wat je passioneert.
  • Waar ben ik nieuwsgierig naar? Onderzoek de onderwerpen of gebieden waarover je nieuwsgierig bent en meer over wilt leren. Nieuwsgierigheid kan leiden tot passie.

Onthoud dat het ontdekken van je passie een proces is dat tijd en zelfreflectie vergt. Geef jezelf de ruimte om te verkennen en te experimenteren. Wees open voor nieuwe ervaringen en blijf jezelf vragen stellen.

Of lees eens deze boeken

De Ladder – Ben Tiggelaar
Gedrag veranderen aan de hand van een zeer simpel model.

Socrates op Sneakers –Elke Wiss
De kunst van goede vragen stellen.

Tiny Habits – BJ Fogg
Eenvoudige manier om nieuwe gewoontes te creëren.

Nooit meer te druk – Tony Crabbe
Een opgeruimd hoofd in een overvolle wereld

Happy Life 365 – Kelly Weekers
De no-nonsense denkwijze voor een leuker leven.

De Kracht van keuze – Kelly Weekers
De vragen die ik mijzelf stel om te blijven kiezen voor wat mij gelukkig maakt

Je bent al genoeg – Thijs Launspach
Mentaal gezond in een gestoorde wereld

Voeten in het stopcontact – Gwen van Poorten
#metznallen lekkerder leven

De moed van imperfectie – Brene Brown
Laat gaan wie je denkt te moeten zijn

Project Gezond – Natalia Rakhorst
Afvallen met gezond en vooral lekker eten

How To Stop Worrying And Start Living – Dale Carnegie
Over plezier in het leven

Born to Be Good – Dacher Keltner
The Science of a Meaningful Life

The Subtle Art of Not Giving a F*ck – Mark Manson
A Counterintuitive Approach to Living a Good Life

Mindgym, sportschool voor je geest – Wouter de Jong
In 12 weken meer focus, rust en energie

Master Your Mindset – Michael Pilarczyk
Leef je mooiste leven

Of luister naar deze podcasts

DRIVE Podcast – Mark Tuitert
https://marktuitert.nl/podcasts/

Over Routines – Arie Boomsma
https://podcastluisteren.nl/pod/Over-Routines

De Ben Tiggelaar Podcast – Ben Tiggelaar
https://www.bnr.nl/podcast/ben-tiggelaar-podcast

Hoe word ik gelukkig en gezond 100? – Milou Turpijn

OERsterk Podcast – Drs Richard de Leth
https://podcastluisteren.nl/pod/OERsterk-Podcast-met-drs-Richard-de-Leth

Hoe ben je zo? – Thijs Launspach
https://dagennacht.nl/serie/hoe-ben-je-zo/

#METZNALLENdepodcast – Gwen van Poorten
https://metznallen.nl/podcast/

De Podcast Psycholoog
https://podcastluisteren.nl/pod/De-Podcast-Psycholoog

By |2024-09-11T14:21:46+00:00september 6, 2024|Veerkracht|0 Comments

Meer leren over werkdruk? Lees dan hier verder!

Medewerkerbeleving

De rol van karakter in werkdruk

Karakter kan tevens een rol spelen bij het ontstaan van een disbalans. Perfectionisme, gedreven gevoelig, sub-assertief, bewijsdrang, onzeker, zoekend naar waardering zijn enkele voorbeelden. Personen met deze karaktereigenschappen zijn sneller geneigd over hun eigen grenzen te stappen of deze grenzen niet te zien. 

Wat doe je dan als organisatie als het gaat om karaktereigenschappen? Neem je dan niemand meer aan met deze eigenschappen? Gelukkig is dat niet nodig. Voor organisaties is het van belang om medewerkers te helpen het karakter in balans te houden en zorgen dat het vóór iemand werkt in plaats van tegen. Iemand met bewijsdrag zal bijvoorbeeld de lat voor zichzelf behoorlijk hoog leggen. Dit hoeft een leidinggevende eigenlijk al niet meer extra te doen. We zien daarnaast verschillende situaties waarin dit karakter extra wordt aangewakkerd en om kan slaan naar een disbalans. Bijvoorbeeld: 

  • Er ontbreekt een vast contract: Er is nog onvoldoende zekerheid voor de medewerker waardoor hij/zij extra het gevoel heeft dat hij/zij zichzelf extra moet bewijzen.  
  • Er is een organisatie cultuur waar veel vrijheid is en/of veel autonomie in het werk: Dit betekent voor de medewerker dat er ruimte is om extra veel te doen. Je wordt immers niet geremd door de restricties van de organisatie/het werk.  
  • Er wordt alleen waardering geven bij over-prestatie: De waardering die de medewerker zoekt, wordt door de organisatie alleen gegeven bij over-prestatie en niet bij het normale werk waardoor hij/zij altijd maar gestimuleerd wordt meer te doen. 
  • Er is sprake van een slechte/koude relatie met de leidinggevende: De medewerker is geneigd extra hard te werken om te bewijzen dat hij/zij wel de moeite waard is. 

Als leidinggevende is het belangrijk om je team écht te kennen. Welke karaktereigenschappen zitten er in jouw team? Ga hierbij niet zomaar af op jouw eigen oordeel, maar maak ook eens gebruik van bijvoorbeeld een persoonlijkheidstest. Dit kan een hoop verrassende inzichten geven en uitnodigen voor een ander gesprek. Wees je vervolgens bewust op welke manier het werk / de organisatie bepaald karakter extra kan aanwakkeren en acteer op eventuele risico’s. 

Wees alert op signalen

Voordat je de juiste coping-strategie kunt toepassen, zal je eerst de signalen van een disbalans moeten herkennen. Hier gaat het helaas vaak mis. Er wordt regelmatig onvoldoende stil gestaan bij klachten en er wordt niet nagedacht dat dit een signaal zou kunnen zijn van iets groters. Ook leidinggevenden en collega’s herkennen dit vaak niet. Voorlichting is hierbij de eerste stap. Vervolgens is het als leidinggevende belangrijk om te werken aan vertrouwen, te zorgen dat je de medewerker écht kent en regelmatig het gesprek aan te gaan. Merk je dat iemand al een aantal dagen wat kortaf reageert? Neem diegene apart en vraag hoe het écht met diegene gaat. Hoe meer open jij bent als leidinggevende naar je medewerkers, hoe meer zij dit ook naar jou zullen zijn.  

Meer weten over signalen? Kijk dan eens op https://wijzijnmind.nl/psychische-klachten/psychipedia/stress-overspannenheid-burn-out/klachten-bij-stress-overspannenheid-burnout 

Rust en reflectie

Door rust kun je herstellen en terug in evenwicht komen. Daarnaast zorgt rust voor reflectie. Je hebt namelijk de tijd om te beseffen wat je voelt, vindt en denkt over een bepaalde situatie. Je kunt hierbij bedenken waarom je in een disbalans bent geraakt en wat je kunt doen om dit voortaan te voorkomen. Rust kan gestimuleerd worden door regelmatig te leven. Op deze manier kunnen momenten van rust standaard worden ingebouwd. Organisaties kunnen dit stimuleren. Benadruk het belang van pauze en ga in gesprek wanneer je ziet dat iemand steeds avonden lang door werkt. Vraag actief of er voldoende tijd is voor rust en reflectie en help een collega met het vinden van meer regelmaat. 

Onwetendheid bij jongeren

Hoe komt het dat het vaak de jongere generatie is die opgebrand raakt? Dit komt onder andere omdat je als jongere in een fase zit van veel eerste keren. Niet alleen op werkgebied maar ook privé. Dit brengt een algeheel gevoel van stress met zich mee. Daarnaast ontbreekt er nog werkervaring waar men op terug kan vallen. Verder is het voor jongeren nog lastig om de draaglast af te stemmen op de draagkracht. Als jongere weet je immers vaak nog niet zo goed wat je wel en niet aan kan. Het is daarom belangrijk voor organisaties om jonge medewerkers hierbij te helpen. Check regelmatig in bij de medewerker met de vraag of de werkdruk passend is, stuur bij waar nodig en geef ruimte voor reflectie.  

Werk slimmer, niet harder.

Harder werken is niet altijd de oplossing. Sterker nog, het kan contraproductief zijn. Het gaat om slimmer werken, niet harder. Hoe doe je dat?  

Stel prioriteiten 

Begin elke dag met het bepalen van de belangrijkste taken. Maak een lijstje en zet de taken op volgorde van prioriteit. Dit helpt om focus te houden en zorgt ervoor dat de belangrijkste zaken altijd gedaan worden. 

Voorkom afleidingen 

Zorg voor een werkomgeving met zo min mogelijk afleidingen. Denk aan een opgeruimde werkplek, het uitschakelen van onnodige meldingen op je telefoon, en het inplannen van vaste tijden om je e-mails te checken. 

Werk in blokken 

Werk in tijdsblokken en neem regelmatig pauzes. Het Pomodoro-principe (25 minuten werken, 5 minuten pauze) kan wonderen doen voor je productiviteit en concentratie.  

Delegeer taken 

Durf taken uit handen te geven. Vertrouw op je team en geef hen de verantwoordelijkheid. Dit zorgt niet alleen voor een gelijkmatige verdeling van werk, maar helpt ook bij de ontwikkeling van je collega’s. 

 Automatiseer  

Automatiseer repetitieve taken. Denk aan geautomatiseerde e-mailantwoorden, sjablonen voor veelgebruikte documenten, of automatische rapportages. Dit bespaart tijd en reduceert de kans op fouten. 

Leer ‘nee’ zeggen 

Niet alles hoeft meteen en niet alles is even belangrijk. Durf nee te zeggen tegen extra projecten of vergaderingen die niet bijdragen aan je belangrijkste doelen. Dit beschermt je tijd en energie. 

Houd korte vergaderingen 

Vergaderingen kunnen enorme tijdvreters zijn. Houd ze kort en doelgericht. Stel een duidelijke agenda op en houd je daaraan. Overweeg ook staande vergaderingen om iedereen alert te houden en de duur te beperken. 

Of lees eens deze boeken

De Ladder – Ben Tiggelaar 
Gedrag veranderen aan de hand van een zeer simpel model. 

Socrates op Sneakers –Elke Wiss
De kunst van goede vragen stellen. 

Tiny Habits – BJ Fogg
Eenvoudige manier om nieuwe gewoontes te creëren. 

Focus aan/uit – Mark Tighelaar 
Dicht de 4 concentratielekken en krijg meer gedaan in een wereld vol afleiding. 

GRIP – Rick Pastoor
Het geheim van slim werken 

Nooit meer te druk – Tony Crabbe
Een opgeruimd hoofd in een overvolle wereld 

Tijdwinst-Elke dag om 15.00 uur klaar – Bjorn Deusings
Van druk naar productief en meer rust 

Of luister naar deze podcasts

Manage je energie – Ben Tiggelaar Podcast
https://www.bnr.nl/podcast/ben-tiggelaar-podcast/10492853/werktip-ben-tiggelaar-manage-je-energie  

Waarom je aan je energie moet werken voor het te laat is – Ben Tiggelaar Podcast
https://www.bnr.nl/podcast/ben-tiggelaar-podcast/10491645/waarom-je-aan-je-energie-moet-werken-voor-het-te-laat-is 

Mark Tigchelaar over Focus – DRIVE Podcast
https://marktuitert.nl/podcast/drive-18-mark-tigchelaar-focus-aan-uit/  

Elke Wiss over Goede vragen stellen – DRIVE Podcast
https://marktuitert.nl/podcast/drive-31-elke-wiss-goede-vragen-stellen/ 

Welk energie type ben jij? Manage je energie – Vitaliteitspodcast
https://thebodypractice.nl/podcast/38-welk-energietype-ben-jij-zo-manage-je-jouw-energie/ 

Minder werkdruk? Stop dan hier mee – Vitaliteitspodcast
https://thebodypractice.nl/podcast/32-miniserie-1-5-minder-werkdruk-stop-dan-hiermee/

By |2024-09-11T14:22:42+00:00september 6, 2024|Werkdrukmonitor|0 Comments

Hoe zit de werkdrukmonitor in elkaar en hoe analyseer ik de resultaten?

Medewerkerbeleving

Binnen jouw organisatie is de Integron werkdrukmonitor toegepast. Deze vragenlijst bestaat grofweg uit vier onderdelen:   

  • De huidige werkdrukervaring 
  • KPI’s zoals het enthousiasme (eNPS) 
  • Job demands en job resources 
  • Energiegevers en energievreters 

De resultaten hiervan vind je in je dashboard. We gaan ze één voor één even langs en leggen je direct uit hoe je de resultaten kunt analyseren. 

Huidige werkdrukervaring

Uiteraard is er aan de medewerkers gevraagd hoe zij de werkdruk op dit moment ervaren. De schaal hierbij is: veel te laag, te laag, goed, te hoog en veel te hoog.  

Wanneer je dit resultaten gaat bekijken, komen er vast vragen naar boven drijven als ‘is dit goed of is dit slecht?’ en ‘is dit normaal?’ Dat is logisch. Je wilt je resultaten daarom in perspectief plaatsen. Oftewel, je wilt wat vergelijkingsmateriaal. Het advies hierbij is altijd: ga geen appels met peren vergelijken. Het is altijd het beste om jouw resultaten te vergelijken met de resultaten van bijvoorbeeld voorgaande metingen of om de ene afdeling binnen de organisatie met de ander te vergelijken. Dit vertelt het échte verhaal.  

Soms gaat dit alleen niet en dat begrijpen we. Dan is het toch handig om jezelf te vergelijken met een ander stuk fruit. Let op: hecht er niet overdreven veel waarde aan. Het is en blijft een gevalletje van appels met peren.  

Onderstaand zie je de percentages veel te hoog en te hoog per branche. We presenteren je dus de gehele fruitschaal, aan jou om eruit te halen wat voor jou van toepassing is.  

KPI’s

In de werkdrukmonitor zijn ook enkele KPI’s gemeten zoals enthousiasme (eNPS), trots, betrokkenheid en het sollicitatiegedrag. Hieronder lees je de uitleg hierover. Maar eerst even iets anders: 

In jouw dashboard kun je de medewerkers die de werkdruk als goed ervaren, als te hoog ervaren en als veel te hoog ervaren met elkaar vergelijken. Doe dit vooral om te zien wat de impact van werkdruk op een KPI zoals enthousiasme is. Let op, dit is alleen mogelijk wanneer er in iedere groep minimaal 5 respondenten zijn.  

 Dit hebben we binnen werkend Nederland ook gedaan. Hierbij valt het op dat medewerkers die de werkdruk als goed ervaren ten eerste enthousiaster (uitgedrukt in eNPS), trotser en meer betrokken zijn over en bij de organisatie in vergelijking met medewerkers die de werkdruk als (veel) te hoog ervaren. De werkdruksituatie heeft dus impact op het enthousiasme en de mate van trots en betrokkenheid van medewerkers. 

Verder zien we binnen onze onderzoeken een duidelijk verband met het verzuim. 7% van de medewerkers die de werkdruk als goed ervaart heeft zich het afgelopen jaar meer dan 10 dagen ziek gemeld. Voor medewerkers die de werkdruk als te hoog ervaren is dit al bijna het dubbele: 13%. Het percentage ligt nog hoger bij medewerkers de werkdruk als veel te hoog ervaren. Dit ligt namelijk op 19%.  

Medewerkers met een (veel) te hoge werkdruk melden zich niet alleen vaker ziek, ze zullen ook sneller je organisatie verlaten. 69% van de medewerkers met een veel te hoge werkdruk is van plan om het aankomende jaar te solliciteren naar een baan bij een andere organisatie. Bij medewerkers met een te hoge werkdruk is dit 44% en bij medewerkers met een goede werkdruk is dit 27%.  

We hoeven je waarschijnlijk niet meer uit te leggen dat enthousiaste, trotse en betrokken medewerkers essentieel zijn voor een succesvolle organisatie en dat een hoog verzuim en verloop enorme kosten met zich mee brengen. Onderschat daarom de rol van werkdruk hierop niet.  

Employee Net Promoter Score (eNPS)

Wereldwijd is de eNPS (Employee Net Promoter Score) een veel gebruikte methode om het enthousiasme van medewerkers binnen een organisatie te meten. Met de eNPS krijg je inzicht in het enthousiasme van medewerkers op basis van één vraag: ‘Hoe waarschijnlijk is het dat je de organisatie zou aanbevelen als werkgever bij bekenden?’ De achterliggende gedachte hierbij is dat als iemand enthousiast is over de werkgever, deze ook wordt aanbevolen bij vrienden/relaties.  

De eNPS wordt gemeten op een 11-puntsschaal. De schaal loopt daarbij van 0 (zeer onwaarschijnlijk) tot 10 (zeer waarschijnlijk). Op basis van de score worden de medewerkers ingedeeld naar één van de drie groepen: 

Promoters: medewerkers die een 9 of een 10 hebben gegeven  

Promoters zijn zeer enthousiaste medewerkers die jouw organisatie actief aanbevelen aan anderen. Dit zijn de ambassadeurs van de organisatie. Ze zijn bevlogen, het enthousiasme spat van hen af en ze lopen net wat harder dan de rest. Deze medewerkers zijn vaak de kartrekkers binnen jouw organisatie, staan open voor veranderingen en zorgen ervoor dat je organisatie (versneld) groeit. Met trots vertellen zij de wereld over hun werk. Binnen deze groep is tevens het verloop en verzuim laag. Kortom, promoters zorgen voor aanstekelijke energie en groei!    

Passives: medewerkers die een 7 of een 9 hebben gegeven 

Passives zijn neutraler in hun beleving. Deze medewerkers zijn tevreden, maar niet erg enthousiast. Ze zullen in hun persoonlijke omgeving nauwelijks of niet enthousiast vertellen over hun werk. De trots en betrokkenheid van deze medewerkers is dan ook lager in vergelijking met promoters. Het verloop en verzuim ligt daarentegen hoger.  Ondanks dat passives de organisatie niet actief aanbevelen, laten zij zich ook niet negatief hierover uit.  

Detractors: medewerkers die een 6 of lager hebben gegeven  

Detractors zijn niet enthousiast en doorgaans niet tevreden over de organisatie. Ze voelen zich vaak niet gehoord en gekend in hun behoefte en zullen bij de eerste de beste verandering niet overlopen van enthousiasme. Deze medewerkers zijn ongeïnteresseerd en dikwijls niet gelukkig of loyaal. Je zou kunnen stellen dat detractors het tegenovergestelde van bevlogenheid laten zien (‘Disengaged’).  Detractors zullen eerder negatief over je praten dan positief. Er is nauwelijks sprake van trots of betrokkenheid en het verzuim en verloop binnen deze groep ligt hoog.  

De eNPS is het verschil tussen promoters en detractors. De eNPS laat dus zien of er in verhouding meer promoters of detractors zijn.  

Om inzicht te krijgen in de motieven van het aanbevelingsgedrag wordt er op basis van het antwoord een doorvraag gesteld.  

Job demands en job resources

De Integron werkdrukmonitor is gebaseerd op het welbekende Job Demands & Resources model van Bakker & Demerouti. Hiermee kijken we wederom naar het concept van draagkracht en draaglast. We maken het alleen nu iets specifieker voor werk en praten dan over job demands en job resources. Vrij vertaald zijn de job demands je taakeisen en de job resources je energiebronnen. De job resources (energiebronnen) heb je nodig om met je job demands (taakeisen) om te gaan. Zijn deze niet in evenwicht? Dan is er sprake van een verhoogde werkdruk.

Uit de vele wetenschappelijke onderzoeken die er zijn gedaan blijkt dat er niet één definitief lijstje is van job demands en job resources. Dit kan branche-, organisatie- en persoons- afhankelijk zijn en bovendien kan een job resource tegelijkertijd ook een job demand worden. Ondanks dat wetenschappelijke onderzoeken niet één definitief lijstje vormen, zijn deze onderzoeken het weleens over welke zaken in ieder geval een rol spelen. Deze zaken zijn aan de medewerkers voorgelegd.

Deze zaken zijn vervolgens door medewerkers beoordeeld met daarbij steeds twee vragen in het achterhoofd: ‘Wat is de ervaring met dit item?’ Op een schaal van ‘zeer goed’ t/m ‘zeer slecht’ en ‘Hoe belangrijk is dit item?’ Op een schaal van ‘zeer belangrijk’ t/m ‘onbelangrijk’. De antwoorden die zijn gegeven zijn later omgerekend naar een cijfer.

De beoordeelde items zijn:

  1. Kennis om het werk te kunnen doen
  2. Vaardigheden om het werk te kunnen doen
  3. Lichamelijk het werk aan kunnen
  4. Mentaal het werk aan kunnen
  5. Werk-privébalans
  6. Mate waarin het lukt om het gewenste kwaliteitsniveau te behalen
  7. Informatie om het werk te kunnen doen
  8. Afwisseling in het werk
  9. Tijd die er is voor het werk
  10. Duidelijk wat er in het werk verwacht wordt
  11. Werkomgeving (apparatuur / klimaat) om het werk te kunnen doen
  12. Mate waarin men zich kan ontwikkelen in het werk
  13. Mate waarin de waarden overeenkomen met die van de organisatie
  14. Samenwerking met directe collega’s
  15. Hulp en ondersteuning van directe collega’s
  16. Hulp en ondersteuning van direct leidinggevende
  17. Waardering van direct leidinggevende
  18. Mate waarin ik feedback krijg van collega’s/direct leidinggevende

Volgens het JDR-model moeten deze zaken op orde zijn voor een goede ervaring van werkdruk. We zien daarom ook dat wanneer de werkdruk als (veel) te hoog wordt ervaren, bovengenoemde zaken gemiddeld om verbetering vragen.

Kijk eens naar de tevredenheidscores van de verschillende items. Waar wordt er hoog gescoord en waar is dit juist laag? Ga vervolgens na waar dit item aan gerelateerd is.

  • Item 1 t/m 6 zijn gerelateerd aan de persoon zelf:
    Hoewel een aantal zaken uiteindelijk bij de medewerker zelf liggen, kun je als leidinggevende hier zeker een positieve invloed op uitoefenen. Nodig medewerkers uit om één-op-één in gesprek te gaan en samen te kijken op welke manier de organisatie hierbij kan helpen.
  • Item 7 t/m 10 zijn gerelateerd aan het werk:
    Wanneer één van deze punten om aandacht vraagt, is het de eerste stap om in gesprek te gaan met het team om samen helder te krijgen wat het verhaal is achter de scores om vervolgens samen oplossingen te bedenken. Stel ‘informatie’ scoort in jouw team ondermaats, ga dan samen na welke informatie onvoldoende is en wat er nodig is om dit in de toekomst hoger te laten scoren. Daarnaast kan het helpend zijn om aanvullend één-op-één gesprekken hierover te voeren.
  • Item 11 t/m 13 zijn gerelateerd aan de organisatie:
    Ook hierbij geldt dat het de eerste stap is om in gesprek te gaan met het team om samen helder te krijgen wat het verhaal is achter de scores. De oplossing ligt mogelijk niet zozeer in het team zelf maar eerder bij HR, Facility of het Management. Koppel de uitkomsten van het gesprek met jouw team terug aan deze afdelingen en bekijk samen wat je hierin kunt doen. Vergeet niet om deze uitkomsten vervolgens weer aan het team terug te koppelen.
  • Item 14 t/m 18 zijn gerelateerd aan het team:
  • Deze zaken dienen te worden opgepakt in en samen met het team. Ga het gesprek aan en vraag indien nodig hulp van een HR specialist.

Zoals we al eerder aangaven, binnen werkend Nederland hebben we tevens deze werkdrukmonitor uitgevoerd. Wat halen we hieruit en wat kunnen we hiervan leren?

Het eerste dat een belangrijke rol speelt in de werkdrukervaring is de ervaring van tijd. De tijd die er is om het werk te kunnen doen. Medewerkers die de werkdruk als te hoog ervaren geven aan dat er onvoldoende tijd is om het werk uit te voeren. Het gevolg hiervan is dat deze medewerkers, om het werk toch af te krijgen, lange werkdagen maken en ook in de privétijd (mentaal) bezig zijn met het werk. De werk-privébalans raakt hierdoor verstoort en wordt dan ook een stuk slechter ervaren. Een goede werk-privébalans is echter nodig om op te kunnen laden van het werk (en dus de draagkracht te verhogen). Het gevolg hiervan is dat deze medewerkers het werk mentaal minder goed aan kunnen.

Naast de factor tijd zijn er meer zaken die een rol spelen, namelijk:

  • Vrijheid en verwachtingen. Medewerkers die veel vrijheid in het werk ervaren en waarvoor het gewenste kwaliteitsniveau onduidelijk is, ervaren gemiddeld vaker een te hoge werkdruk. In het geval van veel vrijheid en onduidelijke verwachtingen is het immers lastiger om prioriteiten te stellen en om te stoppen met een bepaalde taak wanneer iets goed genoeg is.
  • Hulp en ondersteuning. Medewerkers die onvoldoende hulp en ondersteuning krijgen van collega’s en/of direct leidinggevenden, ervaren gemiddeld vaker een te hoge werkdruk. Deze medewerkers hebben het gevoel alles alleen te moeten doen en zien of krijgen geen mogelijkheid om taken over te dragen.
  • Waardering. Medewerkers die onvoldoende waardering ontvangen van de direct leidinggevende, ervaren gemiddeld vaker een te hoge werkdruk. Wanneer medewerkers het gevoel hebben dat hun inzet en bijdragen niet worden gewaardeerd, heeft dit een negatieve invloed op het psychologische welzijn, de motivatie en de eigenwaarde van de medewerker. Dit brengt stress en spanning met zich mee wat de ervaring van werkdruk verhoogt. Daarnaast is waardering een vorm van sociale steun.

Voor medewerkers die de werkdruk als veel te hoog ervaren komen hier de  volgende zaken nog bij:

  • Werkomgeving. Medewerkers met een veel te hoge werkdruk geven aan dat de werkomgeving onvoldoende is. De middelen, werkplek en informatie om het werk te doen zijn volgens hen ondermaats. Deze medewerkers kunnen niet lekker hun werk doen wat bijdraagt in de ervaring van werkdruk.
  • Feedback. Medewerkers met een veel te hoge werkdruk geven aan onvoldoende feedback te ontvangen van directe collega’s en/of de leidinggevende. Feedback helpt medewerkers begrijpen hoe ze het werk in de toekomst beter kunnen doen, wat de werkdrukervaring kan verminderen. Daarnaast zorgt feedback ervoor dat de verwachtingen en doelen van een bepaalde taak duidelijker wordt. Zoals eerder beschreven is deze duidelijkheid erg belangrijk. Op deze manier kun je als medewerker prioriteiten stellen en weet je wanneer je kunt stoppen met een bepaalde taak omdat het goed genoeg is. Het is daarom zeker niet vreemd dat we binnen het onderzoek een link zien tussen feedback en de ervaring van werkdruk.
  • Waarden. Medewerkers met een veel te hoge werkdruk geven aan dat hun waarden onvoldoende matchen met de waarden van de organisatie. Wanneer de waarden van een persoon en een organisatie uit elkaar liggen of elkaar zelfs tegenspreken ontstaat er spanning. Deze medewerkers zijn met zichzelf in conflict of ze dienen te handelen naar de eigen waarden of die van de organisatie en hebben het gevoel dat zij werk móeten doen in plaats van wíllen doen. Dit verhoogt de ervaring van werkdruk.

Er zijn dus behoorlijk wat zaken die een rol spelen in de ervaring van werkdruk. Wat kunnen we hier dan van leren?

  • Wanneer er sprake is van een hoge werkdruk binnen de organisatie is het dus als werkgever van belang om te kijken naar wat je van medewerkers verwacht, binnen welke tijd en met welke hulp en ondersteuning. Wees hier duidelijk in. Hoeveel tijd mag een taak gemiddeld kosten? Wat is het kwaliteitsniveau dat behaald dient te worden? Welke hulp en ondersteuning is er voor de medewerker beschikbaar? Ga hierover met je medewerkers in gesprek en maak afspraken.
  • Waardeer je medewerkers. Dit zal niet alleen een positieve impact hebben op de ervaring van werkdruk van medewerkers, ook het gevoel van enthousiasme, betrokkenheid en loyaliteit zal hierdoor toenemen. Win-win! Waardering hoeft natuurlijk niet perse die extra zak met geld te zijn, dat ene compliment kan ook al een hoop doen. Hierbij zien we dat vooral persoonlijke erkenning veel doet. Dus niet zozeer dat algemene compliment naar de gehele afdeling of organisatie, maar een persoonlijk uiting naar die ene medewerker.
  • Zorg ervoor dat de werkomgeving op orde is. Denk hierbij aan de (digitale en fysieke) middelen, de werkplek en de informatie die nodig is om het werk te doen. Ga daarom met medewerkers in gesprek wat er nodig is om het werk zo efficiënt en gemakkelijk mogelijk te doen.
  • Stimuleer het geven van feedback. Geef als leidinggevende het goede voorbeeld, bied trainingen om feedbackvaardigheden van medewerkers te ontwikkelen en organiseer momenten waarbij er ruimte is voor het geven van feedback.
  • Besteed aandacht aan de waarden van je organisatie en neem medewerkers aan die hierbij passen. Wat zijn de waarden van jouw organisatie? Waar merk je dit aan? Hoe draag je dit uit? Kent dit een plek in de sollicitatieprocedure?

Meer weten over hoe deze zaken scoren binnen werkend Nederland? Lees hier ons whitepaper over werkdruk 

Energiegevers en energievreters

Zoals we eerder aangaven, uit de vele wetenschappelijke onderzoeken die er zijn gedaan blijkt dat er niet één definitief lijstje is van job demands en job resources. Dit kan branche, organisatie- en persoons- afhankelijk zijn en bovendien kan een job resource tegelijkertijd ook een job demand worden. We hebben de medewerkers daarom gevraagd wat hun in hun werk veel energie geeft, wat hun veel energie kost en of dit in balans is. Dit geeft je al een goede indicatie van hoe de werkdruk wordt ervaren. Vaak is het daarnaast ook zo dat wanneer iemand te druk is, hij of zij niet per definitie te veel doet, maar vaak te veel doet van hetgeen waar hij/zij geen energie van krijgt.  

Lees de antwoorden en maak deze bespreekbaar met je team. Wat is binnen het team hetgeen dat energie geeft en hoe kunnen jullie dit samen zo veel mogelijk benutten en eventueel vergroten? Wat is binnen het team hetgeen dat veel energie kost en hoe kunnen jullie dit als team verkleinen? En let op, we kunnen het niet vaak genoeg benadrukken, iedereen is anders. Wat voor de één energie geeft, kan voor de ander juist veel energie kosten. Zie dit juist als kans en kijk samen of jullie elkaar hierin kunnen helpen. Win win! 

By |2024-09-16T10:40:39+00:00september 4, 2024|Werkdrukmonitor|0 Comments

Wat is werkdruk?

Medewerkerbeleving

Het begrip ‘werkdruk’ heeft vandaag de dag een negatieve lading gekregen. Het wordt regelmatig gezien als de veroorzaker van veel ellende zoals een burn-out en het lijkt haast een vies woord te zijn geworden. Dit is begrijpelijk, maar niet volledig terecht. Iets als een burn-out begint namelijk niet per definitie bij werkdruk. En werkdruk leidt niet altijd tot een burn-out. Maar hoe zit dit dan wel? Om dit goed te begrijpen, zoomen we eerst even uit: 

Burn-out, overspannenheid of stress gerelateerde klachten beginnen in eerste instantie allemaal bij een disbalans tussen draagkracht en draaglast. Draaglast is hetgeen dat een ander jou of jij jezelf aan eisen oplegt. Het zijn alle zaken die je op een dag moet doen van je werkgever, van je familie en/of van jezelf. Draagkracht is hetgeen dat je als persoon fysiek en mentaal aankan. Zoals je begrijpt zijn beide erg persoonlijk.  

Hierbij geldt: ‘Wat je op je bordje krijgt moet je op kunnen eten.’ Het bord staat hier voor de draagkracht en het eten voor de draaglast.  

Je hebt je draagkracht nodig om met je draaglasten om te kunnen gaan.  

Er zijn enkele manieren waardoor de draagkracht en draaglast uit evenwicht raken en waardoor je dus niet meer hetgeen dat op je bord krijgt, kunt opeten:  

  • Je draagkracht wordt verminderd (je bordje is kleiner): Je krijgt bijvoorbeeld de griep. De draaglast die je normaal wel aan kon, is je nu te veel.  
  • Je draaglast wordt verhoogd (je krijgt meer eten op je bord): Je collega krijgt de griep en meldt zich ziek waardoor je taken moet overnemen.  
  • Een combinatie van de twee. Zowel je draagkracht wordt verminderd als de draaglast wordt verhoogd (je bord is kleiner én je krijgt meer eten): Je collega heeft de griep waardoor je taken moet overnemen en tegelijkertijd voel je jezelf ook niet lekker. 

De oorzaken (let op, meervoud, want er is er vaak meer dan één) van de verminderde draagkracht en/of verhoogde draaglast kunnen liggen bij je werk, bij je privésituatie of bij een combinatie daarvan. In het voorbeeld van zojuist werd je collega ziek, maar het kan natuurlijk ook het geval zijn dat je net een huis hebt gekocht waardoor je naast je baan ook nog een verhuizing moet regelen.  

Wanneer er een disbalans is ontstaan, geeft je lichaam allerlei signalen. Denk hierbij aan lichamelijke klachten zoals hoofdpijn, moeheid of rug-, nek- en schouderklachten enzovoorts. Vaak is er hier al sprake van kortdurend verzuim. Ook worden er allerlei mentale signalen gegeven. Denk aan piekeren, een kort lontje hebben of vergeetachtig zijn. Eigenlijk geven je hersenen hier aan dat de batterij op begint te raken en tijd genomen moet worden om op te laden.  

De disbalans en de signalen die je krijgt zijn op zichzelf nog niet direct rampzalig. Wel is het in deze fase echt tijd om in actie te komen. Het is 5 voor 12. Het is belangrijk dat je nu op een juiste manier met de disbalans om gaat. In mooie woorden: dat je de juiste coping-strategie gaat toepassen. En de enige juiste coping-strategie is in dit geval rust nemen. Je moet dus zeker niet letterlijk in actie schieten!  

Door rust te nemen kun je weer opladen en in evenwicht komen. Doe je dit niet? De disbalans zal dan niet alleen blijven bestaan, maar zal geleidelijk aan alleen maar als heviger worden ervaren. Geleidelijk aan stapelen de omstandigheden zich op en ontstaat er een burn-out. Je lichaam trekt er dan als het ware zelf de stekker uit. Je kunt het vergelijken met een auto. Zodra het brandstoflampje gaat branden is het tijd om te stoppen en je tank vol te gooien (of aan de lader te leggen anno 2024). Doe je dat niet en blijf je doorrijden? Dan strand je vroeg of laat een keer langs de A2.  

Werkdruk kunnen we dus niet simpelweg bestempelen als dé boosdoener en veroorzaker van alle ellende. Dit is te kort door de bocht, omdat:  

  • Wanneer je werkdruk hoog is, maar dit nog prima op jouw bordje past, ontstaat er geen disbalans.  
  • De oorzaken van een verminderde draagkracht en/of verhoogde draaglast kan liggen bij werk, maar ook zeker bij privé. Of nog veel waarschijnlijker: bij een combinatie hiervan.  
  • Een disbalans op zichzelf is nog niet problematisch. Er niets mee doen en het langdurig aanhouden van een disbalans vormt pas een probleem.  

En waarom hebben we het dan steeds over werkdruk en werk-privébalans? Werkdruk en werk-privébalans is ‘slechts’ een vorm van draaglast en draagkracht. Het vertelt dus niet het gehele verhaal. We moeten het echter ook niet te veel bagatelliseren. Het vertelt namelijk wel degelijk een belangrijk deel van het gehele verhaal. Als we kijken naar de gemiddelde tijdsbesteding, is men immers na slaap gemiddeld het meest bezig met werk. Hoe je het ook wendt of keert, voor de gemiddelde volwassen Nederlander is werk een groot onderdeel van het leven. De balans die je ervaart op je werk (werkdruk) is bepalend voor jouw algehele balans tussen draagkracht en draaglast. 

By |2024-09-11T13:34:19+00:00september 4, 2024|Werkdrukmonitor|0 Comments

Hoe zit de veerkrachtmonitor in elkaar en hoe analyseer ik de resultaten?

Medewerkerbeleving

In jouw organisatie is onlangs een veerkrachtmeting uitgevoerd. Het meetinstrument dat is gebruikt is gebaseerd op het Mason’s Resilience Model. De medewerkers zijn allerlei stellingen voorgelegd en gevraagd in welke mate zij deze herkennen op een schaal van: altijd, vaak, soms, zelden, nooit. Deze ervaringen zijn vervolgens vertaald naar een rapportcijfer (altijd = 10 t/m nooit = 1).

Vervolgens is er over alle vragen een gemiddelde berekend: de gemiddelde veerkrachtscore. Het streven is natuurlijk dat medewerkers zich ‘vaak’ tot ‘altijd’ herkent in de stellingen. De gewenste score ligt dus ergens tussen een 7.8 en 10 waarbij geldt: hoe hoger, hoe veerkrachtiger dus hoe beter.

Kijk eens naar de gemiddelde veerkrachtscore. Wordt het streven van minimaal een 7.8 bereikt? Is de score zorgelijk of staat het er juist heel goed voor?

Daarnaast onderscheiden we drie zones:

Verder is het goed om de gemiddelde veerkrachtscore in perspectief te plaatsen. Kijk aller eerst bijvoorbeeld eens naar het gemiddelde van de gehele organisatie. Is dit gelijk, hoger of lager? Daarnaast is het goed om ook buiten de organisatie te kijken. En als deze meting al vaker is uitgevoerd, kijk dan ook zeker naar de ontwikkeling in de tijd. Is de score gestegen, gedaald of gelijk gebleven?

De Vijf van Veerkracht

Om te zien waar deze ruimte voor verbetering dan zit en hoe deze veerkrachtscore is opgebouwd, dienen we te kijken naar de vijf elementen van veerkracht. Veerkracht wordt immers bepaald aan de hand van vijf elementen, ook wel ‘de Vijf van Veerkracht’ genoemd. Deze zijn: de mate waarin je betekenis in het leven, positieve emoties en sociale support ervaart, de manier waarop je omgaat met tegenslag en je fysieke gesteldheid. Kijk eens naar deze scores. Waar zitten de verschillen? Waar wordt er hoger gescoord en waar wellicht wat lager?

Betekenis in het leven

Ervaar jij betekenis in je leven en werk? Leef je met een missie? Neem je jouw verlangens en dromen serieus? Stel je doelen op je werk?

Medewerkers die veel betekenis in het leven ervaren zijn veerkrachtiger dan medewerkers die dit nauwelijks/niet ervaren. Het is dus belangrijk om te zorgen voor betekenis in het leven, oftewel: zingeving. Zingeving wordt bepaald door een combinatie van geloof, motivatie, overtuigingen, waarden en jezelf nuttig voelen.

Organisaties kunnen hier aan bijdragen door te zorgen voor een transparante organisatiecultuur, door duidelijke waarden uit te dragen en een gezamenlijk doel na te streven. Verder geldt ‘je kunt alleen maar zin in je werk hebben, als je werk je zin geeft’.

Tip: Besteed gedurende het werving en selectie proces voldoende aandacht aan de waarden van de organisatie en die van de kandidaat. Is dit een match? Stel jezelf ook eens de vraag: Wat zijn de kernwaarden van jouw organisatie en komen deze overeen met de waarden van jouw medewerkers?

Positieve emoties

Voel je je vaak down of juist opgewekt? Zie jij het leven door een roze bril? Zijn jouw gedachten overwegend positief of heb je meer negatieve gedachten? Hoe is de sfeer binnen jouw organisatie? Zien jouw collega’s vooral kansen of problemen?

Het hebben van veel positieve emoties, maakt je een veerkrachtig persoon. Wil je een meer veerkrachtige organisatie? Zorg dan voor meer positieve emoties. Dat is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Onze emoties worden namelijk getriggerd door onze gedachten, en onze gedachten zijn helaas vaker negatief dan positief. Meer dan de helft van onze gedachten zijn negatief en 95% van onze gedachten herhalen zich. Deze hoge mate van negatieve repeterende gedachten is te verklaren vanuit de oertijd. In de oertijd hadden we een hogere kans om te overleven door op het negatieve te focussen. Focussen op een mooie bloem en hierdoor het gevaar van een sabeltandtijger naast je missen, zou je anders fataal geworden zijn! Ondanks dat onze omgeving erg is veranderd sinds de oertijd, is ons brein nog veelal hetzelfde gebleven. Dat we zo geneigd zijn om op het negatieve te focussen noemen we ook wel de negativiteitsbias.

Het is belangrijk om je ervan bewust te zijn dat je met jouw gedachten invloed hebt op je gevoelens. Middels deze bewustwording is het mogelijk om de focus van het negatieve naar het positieve te verplaatsen.

Verder speelt de omgeving een sterke rol. Emoties werken namelijk aanstekelijk. Je omringen met een stel vrolijke collega’s zal bijvoorbeeld ook jouw dag een stukje beter maken. Organisaties waar een positieve sfeer hangt zijn dan ook veerkrachtiger.

Tip: Positieve emoties op de werkvloer zijn essentieel. Stimuleer vreugde en plezier en maak hier zelf deel van uit. Geef het goede voorbeeld en toon positieve emoties. Jouw vrolijke gezicht en lach zijn aanstekelijk voor anderen.

Sociale support

Heb je een sociaal vangnet om je heen? Kun je bij iemand terecht als het even niet lekker met je gaat? Ervaar je vriendschap op je werk? Word je door collega’s geholpen wanneer dat nodig is?

Het hebben van sociale steun is een basisbehoefte, dat wist je waarschijnlijk al lang. Medewerkers met veel sociale support blijken bovendien veerkrachtiger te zijn dan medewerkers die dit nauwelijks/niet ervaren. Het gaat hierbij niet alleen om de support die iemand ervaart in de privésfeer, maar ook binnen de organisatie. Het is belangrijk om voldoende mensen om je heen te hebben die je kunnen helpen bij uitdagingen, waarbij je je hart kunt luchten, die je kunnen motiveren en eventueel een duwtje in de juiste richting kunnen geven.

Tip: Stimuleer vriendschap door momenten en ruimte te creëren waar medewerkers elkaar beter en op een andere manier kunnen leren kennen. Denk aan een knusse lunchruimte, teamuitjes en een gezellige borrel. Motiveer collega’s bovendien om elkaar vaker op te zoeken en geef hierin het goede voorbeeld. Loop even langs en haal even samen koffie in plaats van een mailtje.

Bang dat wanneer er vriendschappen ontstaan binnen je organisatie iedere meeting verandert in een theekransje en van werken niets meer terecht komt? Het tegendeel is waar! Vrienden op het werk voelen elkaar beter aan, zijn meer open, hebben al aan een half woord genoeg en zijn beter op elkaar ingespeeld. Dit snelle wederzijdse begrip zorgt juist voor een efficiënte manier van samenwerken!

Omgaan met tegenslag

Hoe ga je om met tegenslagen? Gooi je de handdoek in de ring of zie je het als een kans om te groeien? Welke strategie hanteer jij als je met pijn of lijden te maken krijgt? Duw je het weg of wil je er naar kijken?

Hoe je omgaat met tegenslag heeft er mee te maken of je een zogenoemde fixed of een growth mindset hebt. Mensen met een growth mindset zien voornamelijk kansen en mogelijkheden. Er heerst een overtuiging dat je met de juiste inzet alles kunt leren en het maken van fouten helpt daarbij. Je durft deze dan ook te maken en bent kalm tijdens een crisis. Ga je iets doen wat je nog nooit eerder hebt gedaan? Challenge accepted, het zou namelijk best wel eens kunnen gaan lukken!

Mensen met een fixed mindset zien eerder de beren op de weg. Er heerst een overtuiging dat groei afhankelijk is van onder andere talent, geluk of factoren buiten de eigen invloedsfeer. Het maken van fouten wordt eerder gezien als falen en durft men eigenlijk niet.

Medewerkers die op een juiste manier om kunnen gaan met tegenslag en een growth mindset hebben blijken veerkrachtiger te zijn.

Tip: Ontwikkel een cultuur waarin je fouten mag maken. Geef zelf het goede voorbeeld en wees open over de fouten die je hebt gemaakt. Benader dit als leerproces, niet als falen en beloon dit juist. Wanneer in het team een fout is gemaakt, ga dan op zoek naar de oorzaken en wat je hiervan kunt leren in plaats van naar de dader.

Fysieke gesteldheid

Hoe is het met jouw gezondheid gesteld? Slaap je goed? Eet je genoeg groenten en fruit? Beweeg je voldoende? Hoe slaap je eigenlijk?

Een sterke fysieke gesteldheid is tot slot het laatste element dat bepalend is voor een veerkrachtig persoon. Wanneer je lekker in je vel zit en je genoeg energie hebt zul je meer aan kunnen en je je gemakkelijker kunnen aanpassen bij verandering of tegenslag. Beweging, ontspanning, voeding en slaap spelen hierin een essentiële rol.

Hoewel de keuze voor een gezonde levensstijl uiteindelijk bij de medewerker zelf ligt, kunnen organisaties zeker een handje helpen! Informeer bijvoorbeeld medewerkers over een gezonde levensstijl en draag bij aan bewustwording. Stimuleer daarnaast het maken van gezonde keuzes. De organisatie geniet immers ook van de voordelen van gezonde medewerkers!

Tip: We kennen allemaal het gezegde wel: goed voorbeeld doet volgen. Wanneer je binnen je organisatie aan de slag gaat met veerkracht, vergeet dan niet om dit gezegde ook na te leven. Het tonen van voorbeeldgedrag is een van de krachtigste tools die een leidinggevende in huis heeft.

Benchmark

Wanneer je de resultaten van het onderzoek gaat bekijken komt vast de vraag naar boven ‘is dit normaal?’ Dat is logisch. Die 7 die je bijvoorbeeld ziet klinkt wellicht netjes, maar is dat ook echt zo?

Je wilt je resultaten daarom in perspectief plaatsen. Oftewel, je wilt wat vergelijkingsmateriaal. Het advies hierbij is altijd: ga geen appels met peren vergelijken. Het is altijd het beste om jouw resultaten te vergelijken met de resultaten van bijvoorbeeld voorgaande metingen of om de ene afdeling binnen de organisatie met de ander te vergelijken. Dit vertelt het échte verhaal.

Soms gaat dit alleen niet en dat begrijpen we. Dan is het toch handig om jezelf te vergelijken met een ander stuk fruit. Let op: hecht er niet overdreven veel waarde aan. Het is en blijft een gevalletje van appels met peren. We raden je eerder aan om je scores in de juiste zone te plaatsen.

Onderstaand zie je de resultaten van werkend Nederland. Daarnaast geven we je ook wat inzicht in de verschillende branches. We presenteren je dus de gehele fruitschaal, aan jou om eruit te halen wat voor jou van toepassing is.

Wil je meer weten? Download dan hier het rapport over de veerkracht in Nederland.

By |2024-09-11T13:39:35+00:00september 4, 2024|Veerkracht|0 Comments

Wat is veerkracht?

Medewerkerbeleving

Als er iets duidelijk is in het leven dan is het wel dat ‘shit happens’. Vroeg of laat, groot of klein, verwacht of onverwacht: we krijgen allemaal wel eens shit op ons bordje. Dat geldt niet alleen voor jou persoonlijk, maar is ook zeker voor organisaties het geval. Een overspannen arbeidsmarkt met een war for talent, een onzekere economie met een torenhoge inflatie, het hoogste percentage ziekteverzuim ooit gemeten.. en zo zijn er nog wel wat meer uitdagingen die we aan de opsomming kunnen toevoegen waar organisaties vandaag de dag mee te dealen hebben.
Gaan we dit alles voor je fiksen? Nee. Helaas. Wél geven we je het antwoord hoe je hiermee om kunt gaan. Het antwoord ligt bij Veerkracht.

Veerkracht is het vermogen om je aan te passen aan nieuwe situaties en weer terug te kunnen buigen na tegenslag.

Het gaat er dus niet om wat er gebeurt, maar hoe je ermee omgaat.

Een flinke portie veerkracht kun je niet alleen goed gebruiken bij tegenslagen, maar ook bij veranderingen in het algemeen. Want als er nog iets duidelijk is in het leven dan is het dat verandering de enige constante is. Of die verandering nou ligt bij digitalisering, verduurzaming of het realiseren van een diverse en inclusieve werkomgeving, het komt hoe dan ook op je af. En snel!

Hoe veerkrachtiger jouw organisatie, hoe beter jouw organisatie om kan gaan met tegenslagen en veranderingen, hoe sneller en gemakkelijker jouw organisatie vooruit komt.

Door de focus te leggen op veerkracht houden organisaties controle over de toekomst. Een veerkrachtige organisatie is flexibel, omarmt uitdagingen en overwint deze. Het houdt teams scherp, zorgt dat kansen sneller worden gespot en worden benut.

Hoe word je veerkrachtig?

De mate van veerkracht die iemand bezit is grofweg voor 50% aangeboren en slechts 10% is afhankelijk van de omstandigheden en/of de situatie waarin je zit. En goed nieuws, de overige 40% is aan te leren! Het mooie van veerkracht is dus dat het niet simpelweg een kwestie is van ‘dat ben je of dat ben je niet’. Jij hebt invloed op hoe veerkrachtig jij bent als persoon, hoe veerkrachtig je medewerkers zijn én op hoe veerkrachtig de organisatie is.

Veerkracht is als een spier die je kunt trainen!

By |2024-09-11T14:00:45+00:00september 4, 2024|Veerkracht|0 Comments

Hoe analyseer ik de resultaten – welk verhaal haal ik uit de feedback? 

Medewerkerbeleving

In het onderzoek zijn er waarschijnlijk een hoop vragen aan de medewerkers gesteld en het dashboard zit dan nu ook vol met resultaten. Hoe ga je hier chocolade van maken?

Geen zorgen, je hoeft niet opeens een data analist te worden of je agenda een week schoon te vegen om erachter te komen waar de feedback nu precies over gaat. Ons advies is om de volgende stappen te volgen en daarna vooral in gesprek te gaan met de medewerker. Pas dan kom je het échte verhaal achter de feedback te weten.

Stap 1: Controleer de respons

Vanaf zo’n 70% respons zullen de resultaten wat zeggen over het geheel. Heb je een vrij lage respons en hebben bijvoorbeeld minder dan de helft van de medewerkers deelgenomen aan het onderzoek? Houd dit dan in je achterhoofd bij het analyseren van de resultaten. Dit betekent natuurlijk niet dat je bij een lage respons de resultaten direct in de prullenbak kunt gooien. De medewerkers die wel hebben deelgenomen verdienen nog steeds een goede opvolging en met de medewerkers die niet hebben deelgenomen kun je nog steeds straks in gesprek gaan over hun medewerkerbeleving.

Stap 2: Bekijk de eNPS

De eNPS is een goede graadmeter om in één keer te zien hoe jouw organisatie of team ervoor staat. Is de eNPS positief of negatief? Hoe is de verhouding tussen promoters, passives en detractors? Hoe is de eNPS ten opzichte van eerdere jaren? In vergelijking met een ander team? Of in vergelijking met de benchmark?

Stap 3: Neem de redenen om de organisatie wel/niet aan te bevelen door

In het onderzoek hebben medewerkers op basis van hun eNPS antwoord een doorvraag gekregen. Lees deze antwoorden goed door. Waarover zijn promoters zo enthousiast? Wat moet er volgens passives worden verbeterd? Waarom zijn detractors negatief?

Let op, vat de feedback niet persoonlijk op! Probeer daarnaast te kijken wat voor antwoorden je vaker terug ziet komen. Welke thema’s kun je onderscheiden?

Stap 4: Bestudeer de prioriteitenmatrix

In de prioriteitenmatrix wordt de tevredenheid en belang met elkaar gecombineerd. Focus je op de rechterkant van de matrix. Hier staan namelijk de meest belangrijke zaken volgens de medewerker. Wat zijn de krachten volgens de medewerker (groene bollen)? Wat zijn de prioriteiten volgens de medewerker (rode bollen)? Kijk ook eens naar wat er hoog in het oranje staat. Deze zaken zijn relatief minder belangrijk, maar kennen wel een zeer hoog verbeterpotentieel. Let daarnaast ook op de zaken die op de grens liggen van oranje naar rood en van groen naar rood.

Kijk nu eens terug naar je antwoorden bij stap 3. Zie je hier een bepaald thema terug komen?

Verder is het goed om te kijken naar de bijbehorende tevredenheidscijfers en een vergelijking te maken met voorgaande onderzoeken, met andere teams of met de benchmark. Voorbeeld: de communicatie binnen het team is een rode bol in de prioriteitenmatrix. Oftewel, op dit gebied vraagt de medewerker direct om verbetering. Wat is het tevredenheidscijfer dat hier bij hoort? Is dit gestegen, gedaald of gelijk gebleven in vergelijking met de voorgaande meting? Hoe is deze score ten opzichte van andere teams?

Bovenstaande stappen zullen je al een goed eerste beeld geven van de feedback. Aanvullend zou je eens kunnen inzoomen op het sollicitatiegedrag, de werkdruk, de tevredenheidscijfers en de antwoorden die zijn gegeven op de open vragen.

Heb je toegang tot de resultaten van meerdere groepen? Herhaal dan bovenstaande stappen en maak een vergelijking.

Pas op dat je het niet onnodig moeilijk maakt voor jezelf en verdrinkt in de resultaten. Je hoeft niet alle resultaten tot twee tienden achter de komma te begrijpen. Hier is juist het gesprek met de medewerker voor.

Hulp nodig bij je analyse? Vraag het aan Integron!

By |2024-07-29T10:13:41+00:00juli 26, 2024|Medewerkerbeleving|0 Comments

Jouw resultaten in perspectief aan de hand van de benchmark 

Medewerkerbeleving

Wanneer je de resultaten van het onderzoek gaat bekijken, komen er vast vragen naar boven drijven als ‘is dit goed of is dit slecht?’ en ‘is dit normaal?’ Dat is logisch. Die 7 die je bijvoorbeeld ziet klinkt wellicht netjes, maar is dat ook echt zo?

Je wilt je resultaten daarom in perspectief plaatsen. Oftewel, je wilt wat vergelijkingsmateriaal. Het advies hierbij is altijd: ga geen appels met peren vergelijken. Het is altijd het beste om jouw resultaten te vergelijken met de resultaten van bijvoorbeeld voorgaande metingen of om de ene afdeling binnen de organisatie met de ander te vergelijken. Dit vertelt het échte verhaal.

Soms gaat dit alleen niet en dat begrijpen we. Dan is het toch handig om jezelf te vergelijken met een ander stuk fruit. Let op: hecht er niet overdreven veel waarde aan. Het is en blijft een gevalletje van appels met peren.

Onderstaand zie je wat resultaten zoals de eNPS en tevredenheidsscores (gebaseerd op de standaard Integron vragenlijst) van werkend Nederland. Daarnaast geven we je ook wat inzicht in de verschillende branches. We presenteren je dus de gehele fruitschaal, aan jou om eruit te halen wat voor jou van toepassing is.

Wil je meer weten? Download dan hier het rapport over de medewerkerbeleving in Nederland.

By |2024-09-11T11:19:36+00:00juli 26, 2024|Medewerkerbeleving|0 Comments

Methodiek van het onderzoek 

Medewerkerbeleving

Om de resultaten van het onderzoek goed te begrijpen, is het allereerst belangrijk dat je wat meer weet over de methodiek die is gebruikt.

Het is belangrijk dat je de volgende zaken begrijpt:

  • Wat de eNPS® is en hoe dit wordt gemeten.
  • De tevredenheid en belang schaal en de bijbehorende prioriteitenmatrix.
  • De (on)eens schaal en hoe deze wordt geïnterpreteerd.

Waarschijnlijk is in het onderzoek ook de mate van trots en betrokkenheid van medewerkers gemeten. We hebben hiervoor dezelfde methodiek als die van de eNPS gebruikt. Als je dit dus begrijpt is het nog een kwestie van hetzelfde trucje toepassen en dan kun je ook hiermee aan de slag, simpel!

Employee Net Promoter Score (eNPS)

Wereldwijd is de eNPS (Employee Net Promoter Score) een veel gebruikte methode om het enthousiasme van medewerkers binnen een organisatie te meten. Met de eNPS krijg je inzicht in het enthousiasme van medewerkers op basis van één vraag: ‘Hoe waarschijnlijk is het dat je de organisatie zou aanbevelen als werkgever bij bekenden?’ De achterliggende gedachte hierbij is dat als iemand enthousiast is over de werkgever, deze ook wordt aanbevolen bij vrienden/relaties.

De eNPS wordt gemeten op een 11-puntsschaal. De schaal loopt daarbij van 0 (zeer onwaarschijnlijk) tot 10 (zeer waarschijnlijk). Op basis van de score worden de medewerkers ingedeeld naar één van de drie groepen:

  • Promoters: medewerkers die een 9 of een 10 hebben gegeven
    Promoters zijn zeer enthousiaste medewerkers die jouw organisatie actief aanbevelen aan anderen. Dit zijn de ambassadeurs van de organisatie. Ze zijn bevlogen, het enthousiasme spat van hen af en ze lopen net wat harder dan de rest. Deze medewerkers zijn vaak de kartrekkers binnen jouw organisatie, staan open voor veranderingen en zorgen ervoor dat je organisatie (versneld) groeit. Met trots vertellen zij de wereld over hun werk. Binnen deze groep is tevens het verloop en verzuim laag. Kortom, promoters zorgen voor aanstekelijke energie en groei!
  • Passives: medewerkers die een 7 of een 8 hebben gegeven
    Passives zijn neutraler in hun beleving. Deze medewerkers zijn tevreden, maar niet erg enthousiast. Ze zullen in hun persoonlijke omgeving nauwelijks of niet enthousiast vertellen over hun werk. De trots en betrokkenheid van deze medewerkers is dan ook lager in vergelijking met promoters. Het verloop en verzuim ligt daarentegen hoger.  Ondanks dat passives de organisatie niet actief aanbevelen, laten zij zich ook niet negatief hierover uit.
  • Detractors: medewerkers die een 6 of lager hebben gegeven
    Detractors zijn niet enthousiast en doorgaans niet tevreden over de organisatie. Ze voelen zich vaak niet gehoord en gekend in hun behoefte en zullen bij de eerste de beste verandering niet overlopen van enthousiasme. Deze medewerkers zijn ongeïnteresseerd en dikwijls niet gelukkig of loyaal. Je zou kunnen stellen dat detractors het tegenovergestelde van bevlogenheid laten zien (‘Disengaged’).  Detractors zullen eerder negatief over je praten dan positief. Er is nauwelijks sprake van trots of betrokkenheid en het verzuim en verloop binnen deze groep ligt hoog.

In werkend Nederland zien we de volgende verschillen tussen promoters, passives en detractors. Dit laat zien dat het voor organisaties belangrijk is om zo veel mogelijk promoters te hebben en zo min mogelijk detractors.

De eNPS is het verschil tussen promoters en detractors. De eNPS laat dus zien of er in verhouding meer promoters of detractors zijn.

Om inzicht te krijgen in de motieven van het aanbevelingsgedrag wordt er op basis van het antwoord een doorvraag gesteld.

Focus op het hebben van zoveel mogelijk promoters en zo min mogelijk detractors
NPS sollicitatiegedrag
NPS sollicitatiegedrag
NPS sollicitatiegedrag
NPS sollicitatiegedrag

Tevredenheid en belang

In de vragenlijst zijn er aan de medewerkers verschillende items voorgelegd. Een voorbeeld van een item is ‘communicatie tussen teams’. Deze items behoren allemaal tot een bepaald thema, bijvoorbeeld ‘communicatie’.

Voor elk item zijn er twee vragen gesteld:

  • Tevredenheid: Wat is je ervaring met dit item?
  • Belang: Hoe belangrijk vind je dit item?

Voor tevredenheid is er een schaal gebruik van zeer goed tot en met zeer slecht. Later zijn deze antwoorden omgerekend naar een score. De scores die je in je dashboard ziet zijn dus niet letterlijk gegeven door medewerkers, dit is een berekening die later door Integron is gemaakt.

Voor belang is er een schaal gebruik van zeer belangrijk tot en met onbelangrijk. Ook deze antwoorden zijn later omgerekend.

Prioriteitenmatrix

Het is natuurlijk interessant om te kijken naar de tevredenheid van medewerkers. Echter, deze scores zeggen nog onvoldoende. Wie zegt namelijk dat hetgeen waar een medewerker minder tevreden over is, ook echt heel belangrijk is en je dus direct iets mee moet doen?

Stel je hebt van je werkgever een nieuwe pen gekregen met daarop het bedrijfslogo. De pen schrijft lekker, maar de kleur vind jij foei lelijk. Geel is namelijk echt niet jouw kleur. Wel wordt er van je verwacht dat je in de aanwezigheid van klanten en collega’s hiermee schrijft. Ondertussen merk je dagelijks dat twee van je directe collega’s het niet zo goed met elkaar kunnen vinden. Er is geen sprake van ruzie, maar de sfeer is hierdoor af en toe wat gespannen. Dit geeft jou geen fijn gevoel.

In dit voorbeeld zou uit het onderzoek kunnen blijken dat de pennen worden beoordeeld met een 4 en de sfeer met een 6. Wanneer iemand alleen af zou gaan op de tevredenheidsscores zouden er direct blauwe pennen worden besteld en zou er met de sfeer niets gebeuren. Je begrijpt het al, dat slaat nergens op. De sfeer heeft veel meer impact op het werkgeluk dan die gele pennen.

De wijsneuzen zullen nu wellicht denken ‘en kan het dan niet allebei?’ Natuurlijk, dat kan. In de praktijk zal het alleen een langere lijst aan verbeterpunten zijn en gaat het vaak niet om simpelweg pennen. Hoe ga je dat allemaal doen en waar trek je dan de grens?

Het advies is dus: focus je op de meest belangrijke zaken en zorg dat je die heel goed doet.

Via de prioriteitenmatrix maken we dit inzichtelijk. Deze matrix bestaat uit twee assen:

  • Op de horizontale as zie je het belang. Hoe verder naar rechts, hoe belangrijker. Aan de rechterkant zitten dus de meest belangrijke zaken volgens de medewerker.
  • Op de verticale as zie je het verbeterpotentieel. Het verbeterpotentieel is het percentage medewerkers dat heeft aangegeven dat iets redelijk goed / redelijk slecht / slecht / zeer slecht is. Het verbeterpotentieel zegt dus iets over hoeveel ruimte voor verbetering er is. Is er veel ruimte voor verbetering? Dan gaat het dus nog niet goed en dan is het verbeterpotentieel hoog. Hoe verder je naar boven gaat op de matrix, hoe meer verbeterpotentieel. Oftewel: bovenaan staan de zaken die volgens de medewerker nog niet zo goed gaan, onderaan staan de zaken die al wel goed gaan.

Alle items (vragen) uit de vragenlijst zijn geplot op deze matrix. Vervolgens hebben de items een kleur gekregen:​

  • Rood: Boven gemiddeld belangrijk en boven gemiddeld veel ruimte voor verbetering. Dit zijn de prioriteiten waarmee je aan de slag dient te gaan. ​
  • Groen: Boven gemiddeld belangrijk en onder gemiddeld ruimte voor verbetering. Dit zijn de krachten die je dient te behouden. ​
  • Oranje: Onder gemiddeld belangrijk, maar boven gemiddeld veel ruimte voor verbetering. Dit zijn risico’s. Deze zaken zijn nu (nog) relatief minder belangrijk, maar er kan wel veel ruimte voor verbetering zijn. ​
  • Blauw: Onder gemiddeld belangrijk en onder gemiddeld ruimte voor verbetering. Hierop dien je je niet te focussen. ​

De focus dient uit te gaan naar de groene en rode items. Dit is immers volgens de medewerker het meest belangrijk. ​

(On)eens schaal

Mogelijk zijn in het onderzoek enkele stellingen voorgelegd aan de medewerkers. Deze stellingen zouden bijvoorbeeld kunnen gaan over de kernwaarden van de organisatie. Medewerkers hebben in dit geval aangegeven in welke mate zijn het (on)eens zijn met deze stellingen.

De volgende schaal is gebruikt: geheel mee eens, mee eens, neutraal, mee oneens en geheel mee oneens.

De vraag is dan: hoe interpreteer je dit resultaat en wanneer kun je spreken van een goed resultaat?
Hiervoor tellen we het percentage geheel mee eens en mee eens bij elkaar op. Is dit percentage vervolgens minimaal 60%? Dan kun je over het algemeen zeggen dat de stelling goed wordt herkend door medewerkers. Is dit percentage minimaal 80%? Dan wordt de stelling zelfs zeer goed herkend.

Wanneer het percentage (geheel) mee eens dus op dit moment nog lager is dan 60% dan is er nog wat werk aan de winkel. Het streven zou zeker 80% mogen zijn. Vooral als het gaat om iets essentieels zoals de kernwaarden van je organisatie dan zou toch zeker 80% van de medewerkers dit zo moeten ervaren.

By |2024-09-17T12:29:36+00:00juli 23, 2024|Medewerkerbeleving|0 Comments
Go to Top